AirSpace design van koffiebars

Mensen die graag koffie drinken komen al eens in een koffiebar. Als jij ook zo iemand bent, dan is het je vast opgevallen dat de inrichting van zulke koffiebars vaak op elkaar lijkt. Blijkbaar heet dat AirSpace en is het een internationaal fenomeen. Die uniforme stijl heeft zowel een positief als negatief effect.

In een veelbesproken en een talrijk gedeeld artikel op de Amerikaanse website The Verge beschrijft journalist Kyle Chayka uit New York zijn theorie over de gelijkenissen tussen koffiezaken. […] De hippe zaken waarover Chayka het heeft, benoemt hij met de term ‘AirSpace’. […] Omdat mensen meer en meer mobiel worden en vaker en verder reizen, worden stijlen vlugger doorgegeven. Social media kanalen als Instagram, Pinterest en Facebook brengen een sneeuwbaleffect op gang. De inrichting werd gekozen om voor bezoekers een herkenbare en geruststellende omgeving te creëren. […] Je bent misschien wel altijd op je gemak, maar verrassing en verwondering zal je steeds minder ervaren. 1Gazet van Antwerpen, Waarom alle hippe koffiebars op elkaar lijken, 18 oktober 2016, pp. 16-17.

De stijl op zich is vrij herkenbaar. Denk ik even na over de plekken waar ik regelmatig kom, dan er heel wat terugkerende elementen: vezelplaat voor de toog, krijtmuur met menu en prijskaart, gloeilampen waar je net niet tegenaan loopt, etc. Het geheel is meestal afgewerkt met tweedehands of retro meubilair.

Wie momenteel graag een koffie gaat drinken of wil werken in een koffiebar, doet dat graag in een open en mooie ruimte. […] De minimalistische stijl met vintage meubels is een trend waar je niet omheen kunt. Voor onze zaak werkten we ook eclectische en deden we inspiratie op bij zaken in het buitenland. […] Waarom we tweedehands meubels gebruiken? Simpel, die zijn gewoon goedkoper. Voor de stoelen betaalden we 8 euro in de kringloopwinkel. Ook de leidingen lopen gewoon zichtbaar langs de muren. 2Gazet van Antwerpen, “Deze stijl is gewoon goedkoper”, 18 oktober 2016, p. 17.

Pinxten over ‘sociale reset’ van economie

Cultureel antropoloog Hendrik ‘Rik Pinxten over de spanning tussen economie en maatschappij.

Q. U ziet in het neoliberalisme de grote vijand van de mens.

A. Alles is vandaag economie en wat dat niet is, is irrelevant. Iedereen moet zich afvragen: wat ben ik economisch waard. Vreemd, ik dacht dat economie slechts tot doel had in onze behoeften te voorzien. Wat zijn onze behoeften? Dat is een keuze, daar moeten we dringend over nadenken. Hoe vullen we de mens in? Hoe vullen we de maatschappij in? Vanuit die waarden en ideeën — zoals rechtvaardigheid en duurzaamheid — stuur je de economie bij. Dat is logisch.

Wat we nu hebben is economisme, alle maatschappelijke problemen worden herleid tot economische kwesties. In 2007, nota bene een jaar vóór het uitbreken van de bankencrisis, zei Ben Bernanke (toenmalig voorzitter van het Federal Reserve System, red.): “Het maakt niet uit wie de volgende president wordt. Onze wereldmarkt regeert toch.” Politiek wordt dus irrelevant. Ethiek ook. Universiteiten ook. Alles wordt ondergeschikt gemaakt aan die machine. Het dictaat van de één procent, eigenlijk  0,1 procent, is aberrant. Een ontsporing waar de mensen over moeten reflecteren, en die ze moeten bijsturen.

Voor een sociaal-economisch historicus als mezelf is dit boeiende lectuur. Verderop in het artikel poneert Pinxten een oplossing waar ik zelf ook al enkele jaren mee rondloop, zij het in een enigszins gewijzigde variant.

Q. Doe eens een voorstel om de ongelijkheidskloof aan te pakken.

A. We werken nog steeds met theorieën van 200 jaar geleden die arbeid heel sterk aan loon koppelen, en met een staat die loon koppelt aan belasting. Dat ontploft nu. Als nog maar een derde van je bevolking werkt en belastingen betaalt, kan je als overheid daarmee niet twee derden onderhouden. Het is zinvol om ernstig na te denken over hoe je hoogtechnologische productie, vooral financiële spitstechnologie, gaat belasten. Elke crisis wordt gevolgd door het afstoten van arbeidskrachten en meer automatisering. Dat betekent voor de overheid minder inkomsten en meer kosten om de bevolking te onderhouden. De hele kleine groep van megabezitters wordt miljonair en miljardair, maar om wat te doen met dat geld? Plafoneer dat. Zeg bijvoorbeeld: eens je tien miljoen euro opbrengst uit je uitvinding hebt gehaald, stopt het. Al de rest noemen we belastinggeld. Want je technologie produceert, jij niet meer. Dat is een politieke organisatie van de economie.

Geschreven door Ann-Sofie Dekeyser als Antropoloog Rik Pinxten vloekt in de kerk in De Standaard Weekblad (nr. 265, 17 september 2016, pp. 22-23).

Digitale detox: je email inbox

Vooraan het DS Weekblad van dit weekend prijkt “Digitale detox”. Over vijf geconnecteerde Vlamingen die zwart gaan. Altijd boeiend om te zien hoe anderen omgaan met notificatie-diaree.

Lezen

“De fout die veel mensen maken”, zegt Christine Wittoeck, “is dat ze e-mails blijven zien als iets om tussendoor te doen. Het helpt als je je mail beschouwt als een taak, en zo ook in je agenda inplant. Voer die taak dan ook uit zoals het hoort. Als je een mail in je inbox opnieuw op ongelezen zet, blijft die mentale energie vreten.”

Dit zie ik vaak bij collega’s. Vooral tijdens meetings. Dat is half werk: geen aandacht voor wat men zegt, geen aandacht voor inhoud van e-mails. Uiteindelijk is dat dubbel onproductief, en mag men achteraf inhalen. Zelf heb ik vaste momenten om e-mail te controleren. Een kwartiertje voormiddag en namiddag. Meer is niet nodig om alles onder controle te houden.

Belangrijk?

“Waarom zijn we email gaan beschouwen als iets wat direct beantwoord moet worden? Omdat je denkt dat je collega dat verwacht? Het helpt als je daar even over praat, misschien blijkt dat binnen de week ook oké is. Net zoals de goede out of office, die duidelijk maakt dat je je mails niet leest, of misschien niet eens zult inhalen, helpt om met een gerust hart op vakantie te vertrekken.”

Als de verzender niet aangeeft hoe belangrijk dit is, vraag het dan. Serieus. Stel de vraag: “Tegen wanneer wil je een antwoord?” Met een duidelijke timing kun je jouw correcte prioriteiten stellen.

Antwoorden

Cath [Luyten] pleit schuldig. Mails opnieuw ongelezen maken, mails half beantwoorden met: nu druk bezig, maar ik antwoord vanavond. “Het is intussen zo erg dat ik soms boos word op mensen die me mailen, omdat ik het gevoel heb dat die iets van me willen. En mijn laptop gebruik ik zo min mogelijk, die beschouw ik als de doos van Pandora.”

Mails markeren als ongelezen is helaas een gekend fenomeen. In mijn workshops ‘Productiviteit voor Dummies’ maak ik de vergelijking met een klassieke brievenbus. Post die je gelezen hebt leg je toch ook niet terug in je brievenbus? Neen, dat is absurd. De efficiëntste manier van werken is:

  1. lees je bericht,
  2. beslis wat ermee moet gebeuren, en
  3. verwerk het in jouw systeem.

Gelezen als Digitale Detox door Eva Berghmans in De Standaard Weekblad (nr. 264, 10 september 2016, p. 30).

Piketty over Europa na de Brexit

Dit jaar 2016 blijkt bijzonder turbulent. Hier is wat Thomas Piketty, auteur van het veelbesproken boek Kapitaal in de 21ste eeuw, denkt dat de Europese Unie moet doen na de Brexit van het Verenigd Koninkrijk.

Nieuwe status. Het Verenigd Koninkrijk zal trachten om een status te krijgen zoals die van Noorwegen, IJsland en Zwitserland. Het is de hoogste tijd om de Britten eraan te herinneren dat ze ervoor zullen moeten betalen. Noorwegen en IJsland maken deel uit van de Europese Economische Ruimte, die hen een volledige toegang tot de eenheidsmarkt garandeert. In ruil moeten de twee landen vrijwel alle wetten van de Unie toepassen en een bijdrage leveren aan de Europese begroting (ongeveer evenveel als de huidige Britse bijdrage, uitgedrukt in percentage van het BBP), terwijl ze geen stem hebben in de collectieve besluitvorming. Groot-Brittannië zal zijn weg zeker niet terugvinden door zich buiten het enige bestaande Europese overlegkader te plaatsen.

Financiële regels. Het is tijd om te praten over sancties tegen landen die het niet te nauw nemen met de reglementen: het Zwitserse bankgeheim, de Londense City en belastingparadijzen onder de Britse kroon. Als men de eurozone wil redden, zal men het roer drastisch moeten omgooien. Het lijkt me verstandig om nationale wetgevers geleidelijk aan in Europese wetgevers te veranderen en hen te verplichten om rekening te houden met het Europese algemene belang, in plaats van Europa als zondebok te gebruiken.

Overheidsschuld herstructureren. Er moet dringend een moratorium komen op de Europese schulden, zolang de eurozone niet terugkeert naar een gezonde groei. Als de schuld zo hoog is dat de volgende generaties ze onmogelijk kunnen afbetalen, breng je beter de moed op om ze duidelijk te herstructureren. Geld drukken en nieuwe zeepbellen scheppen zal het probleem niet oplossen, integendeel. We hebben investeringsprogramma’s nodig in infrastructuur, opleiding en onderzoek.

Confrontatie met rechts. De opkomst van nationaal egoïsme en xenofobie leidt Europa recht naar de afgrond. Spanje is nu onbestuurbaar en de Franse en Duitse leiders worden zowat overal geconfronteerd met de opkomst van rechts-populisme en nationalisme, van het Verenigd Koninkrijk tot Polen en Hongarije. Die dreiging is gevaarlijker voor Europa dan de uitdaging van radicaal-links, dat eigenlijk alleen maar het gezond verstand laat spreken: de herstructurering van de Europese overheidsschulden is onvermijdelijk en moet zo snel mogelijk worden georganiseerd.

Geschreven door Thomas Piketty als Mijn plan voor een nieuw Europa na de brexit in De Morgen (4 juli 2016, p. 14).

Over de Chinese schuldenberg van 210% BBP

In veel landen, waaronder België, zijn die private schulden sinds de crisis spectaculair gestegen. Dat komt omdat al deze landen zich aan de gevolgen van de financiële crisis probeerden te ontworstelen door extra geld te lenen. Het financiële systeem kan maar een beperkte mate van private schuld aan.

Het land dat het grootste gevaar vormt voor een nieuwe crisis is China. Daar is de private schuldenberg sinds 2008 met maar liefst 80% gestegen. Met bijna 210% van het BBP is die nu hoger dan in de Verenigde Staten net voor de crisis van 2008. Koppel dat aan een gigantische vastgoedzeepbel en je hebt er een dodelijke cocktails voor een nieuwe financiële crisis.

In China zijn alle grote banken staatsbanken. Als die de opdracht krijgen om de economie te ondersteunen via nog meer kredieten (en dus schulden), dan doen ze dat. En als de Chinese schuldenzeepbel echt te groot wordt, kan Peking de banken de opdrachten geven om een deel van de schulden af te schrijven. Want China is nu eenmaal een dictatuur, dan kan dat.

Geschreven door econoom Stephen Keen als “Als Europa de schulden niet wegwerkt, zal extreemrechts dat doen” in De Standaard. Als oplossing voor Europa stelt Keen voor om belastingkredieten te verlenen aan gezinnen. Daar ben ik niet helemaal mee eens, want het zou de openbare sector ondermijnen. Dan zie ik liever een wederzijdse schuldkwijtschelding tussen landen, banken en particulieren. Dat zou een enorme denkoefening zijn, maar zeker niet onmogelijk. Bijvoorbeeld: ik moet u 20 euro, jij moet mij 15 euro, dan schrappen we elk 15 euro met als resultaat dat ik u nog 5 euro moet (i.t.t. de 20 euro van ervoor). Gevolg is dat de intresten op schulden gevoelig dalen (gezien het lagere totaalbedrag), zonder oneerlijk te zijn voor leners (die alsnog terugbetaald worden).

The Songs of Distant Earth, by Arthur C. Clarke

Contemplating humanity’s destiny amidst the uncharted constellations, could our future be written in the vast celestial tapestry that lies beyond our familiar sphere? In Arthur C. Clarke’s masterful expedition, The Songs of Distant Earth, the renowned science fiction scribe revisits familiar celestial territory with a refined literary style that excels in crafting meticulous yet poetic details of a scientifically plausible universe. As is often the case in Clarke’s universe, the marriage of speculative science and profound human drama is achieved with a deft hand, offering a harmonious blend of cosmic wonder and earthly emotion.

Lees verder “The Songs of Distant Earth, by Arthur C. Clarke”