Van jongs af aan ben ik altijd al zelfstandig geweest. Sinds dat ene breekpunt, waar ik het hier nu liever niet op heb, zag ik mezelf aangewezen op me, myself and I. Niet dat ik niet om andere mensen geef. Integendeel. Maar ik heb altijd gedacht dat ik mezelf sterk moet houden om het goede voorbeeld te geven. Tijdens m’n studies was er nooit echt iemand om op terug te vallen. Waarschijnlijk is dat altijd wel het lot van de oudste thuis.
Een van de gevolgen is dat ik zelden of nooit hulp vraag aan anderen. Wanneer je vaak genoeg zegt alles zelf aan te kunnen dan volgen er ook steeds minder helpende handen. Al hoop ik er zelden op, toch verwacht ik ergens dat deze vanzelf komen, van mensen die genoeg om me geven. Ergens moet er iemand zijn die hard genoeg doorzet om door mijn harnas te breken.
Veel beter zou ik gewoon m’n trots opzij zetten en vragen om hulp wanneer dat nodig is. Ja, dat is wel een werkpunt. Gelukkig heb ik deze week al wat vooruitgang geboekt. Hopelijk volgen er gauw duidelijke antwoorden.
Morgen deel vijf in deze reeks 30 dagen over mezelf: #5. Een foto van een plek die je bezocht hebt.