Cultureel antropoloog Hendrik ‘Rik Pinxten over de spanning tussen economie en maatschappij.

Q. U ziet in het neoliberalisme de grote vijand van de mens.

A. Alles is vandaag economie en wat dat niet is, is irrelevant. Iedereen moet zich afvragen: wat ben ik economisch waard. Vreemd, ik dacht dat economie slechts tot doel had in onze behoeften te voorzien. Wat zijn onze behoeften? Dat is een keuze, daar moeten we dringend over nadenken. Hoe vullen we de mens in? Hoe vullen we de maatschappij in? Vanuit die waarden en ideeën — zoals rechtvaardigheid en duurzaamheid — stuur je de economie bij. Dat is logisch.

Wat we nu hebben is economisme, alle maatschappelijke problemen worden herleid tot economische kwesties. In 2007, nota bene een jaar vóór het uitbreken van de bankencrisis, zei Ben Bernanke (toenmalig voorzitter van het Federal Reserve System, red.): “Het maakt niet uit wie de volgende president wordt. Onze wereldmarkt regeert toch.” Politiek wordt dus irrelevant. Ethiek ook. Universiteiten ook. Alles wordt ondergeschikt gemaakt aan die machine. Het dictaat van de één procent, eigenlijk  0,1 procent, is aberrant. Een ontsporing waar de mensen over moeten reflecteren, en die ze moeten bijsturen.

Voor een sociaal-economisch historicus als mezelf is dit boeiende lectuur. Verderop in het artikel poneert Pinxten een oplossing waar ik zelf ook al enkele jaren mee rondloop, zij het in een enigszins gewijzigde variant.

Q. Doe eens een voorstel om de ongelijkheidskloof aan te pakken.

A. We werken nog steeds met theorieën van 200 jaar geleden die arbeid heel sterk aan loon koppelen, en met een staat die loon koppelt aan belasting. Dat ontploft nu. Als nog maar een derde van je bevolking werkt en belastingen betaalt, kan je als overheid daarmee niet twee derden onderhouden. Het is zinvol om ernstig na te denken over hoe je hoogtechnologische productie, vooral financiële spitstechnologie, gaat belasten. Elke crisis wordt gevolgd door het afstoten van arbeidskrachten en meer automatisering. Dat betekent voor de overheid minder inkomsten en meer kosten om de bevolking te onderhouden. De hele kleine groep van megabezitters wordt miljonair en miljardair, maar om wat te doen met dat geld? Plafoneer dat. Zeg bijvoorbeeld: eens je tien miljoen euro opbrengst uit je uitvinding hebt gehaald, stopt het. Al de rest noemen we belastinggeld. Want je technologie produceert, jij niet meer. Dat is een politieke organisatie van de economie.

Geschreven door Ann-Sofie Dekeyser als Antropoloog Rik Pinxten vloekt in de kerk in De Standaard Weekblad (nr. 265, 17 september 2016, pp. 22-23).

Gepubliceerd door Stijn Vogels

Sinds 2003 publiceert Stijn Vogels hier zijn mening over mondiale merkwaardigheden. Met een geschiedenisdiploma op zak streeft hij ernaar door middel van zijn doordachte analyses een waardevol perspectief te bieden op onze snel veranderende wereld.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *