Wisselen van leven. Dat kan ofwel beter of slechter uitvallen. Maar het zou sowieso anders zijn.
Echte idolen heb ik nooit gehad. Er waren wel een aantal voorbeelden, maar geen figuren waarmee ik dweepte. Wat iemand anders kan, dat kan ik ook (leren). Het ging eerder om de gedachte: daar wil ik wel eens een dag mee discussiëren. Wat doet zo’n secretaris-generaal van de Verenigde Naties zoal? Het mag ook in een andere tijd en ruimte zijn. Hoe waren Napoleon of Albert Einstein op hun hoogtepunt? Wat voor een persoon was Mandela gedurende zijn gevangenschap op Robbeneiland? Me dunkt kan ik daar nog wat van opsteken.
Ergens denk ik wel een goed idee te hebben van de onderbuik van onze samenleving. Van zodra ik oud genoeg was heb ik altijd vakantiewerk gedaan. Daarbij doorliep ik heel wat sectoren: alle afdelingen van de supermarkt, kassa bediende, flyers uitdelen, alles uit de Brico kennen, kantoorwerk en administratie, mijn vingers vernielen in een steenfabriek, de beelden en geuren van het slachthuis trotseren, etc. Daar zaten wel enkele dingen tussen die ik liever niet herhaal, maar niets dat me afschrikt.
Misschien moet ik kiezen voor een radicale verandering. Een dag in het leven van een vrouw: Ontdekken hoe die andere 51% leeft, wat hun zorgen en passies zijn. Of het dagelijks leven van een gehandicapte. Als je weet dat het slechts voor een dag is, dan lijkt dat nog niet zo zwaar. Misschien moeten jullie maar eens een voorstel doen?
Morgen deel achttien in deze reeks 30 dagen over mezelf: #18: Plannen, dromen en doelen in m’n leven.