Er was een tijd, nog niet zolang geleden, dat je suiker kon terugvinden in bijna alle levensmiddelen. Die trend is blijkbaar aan het keren, en dat zou niet enkel goed zijn voor onze eigen fysieke gezondheid. De hele industrie achter deze suikerplantages bulkt namelijk van de uitbuiting, corruptie en misbruik. Lees bijvoorbeeld dit verhaal uit Cambodja.
Rijstboer Sour Yei weet het nog goed. Amper tien jaar geleden was er genoeg te eten, was er voldoende geld en waren er zelden problemen. Maar in augustus 2006 kwam een abrupt einde aan zijn zorgeloze bestaan. Die maand kwam de Koh Kong Sugar Company naar Chi Corlue, een klein dorp in Cambodja’s zuidwestelijke provincie Koh Kong. Het bedrijf sloot een louche deal met de overheid en kreeg de toestemming om 20.000 hectare land te gebruiken voor suikerrietplantages. De 5 hectare die Sour Yei al sinds 1979 bewerkte, hoorde daar ook bij. “Ze kwamen met wapens en schoten in de lucht,” herinnert de boer zich. “Toen we protesteerden, werd er gevochten. Alles is kapot gemaakt.”
[…] De productie van suikerriet leidt echter in verschillende landen tot problemen met de landrechten. Grote productielanden als Colombia, India en Brazilië worstelen met landconflicten, en ook in Cambodja — een kleine maar snel groeiende speler op de wereldmarkt — gaat de expansie gepaard met landonteigeningen waarbij boeren hardhandig aan de kant worden gezet.
[…] Het gros van de suiker komt namelijk via bedrijven als Coca-Cola, Pepsi, Nestlé en Associated British Foods bij de Europese consument terecht.
Het is mijn hoop dat we niet enkel evolueren naar een duurzaam voedingspatroon voor onze gestelde westerse lichamen, maar ook een duurzame economie voor de rest van de wereld.
—
Bron: Ate Hoekstra, Europese suikerhonger jaagt Cambodjaanse boeren van hun land, De Tijd, 4 september 2014, p. 11.