Het “conflict tussen [de] Verenigde Staten en [de Volksrepubliek] China dreigt te escaleren,” vreest Jonathan Holslag. De belangrijkste inzet van de tweestrijd is dominantie. Zo’n confrontatie tussen hegemon en opkomende uitdager noemen we Thucydides Trap of de valstrik van Thucydides (ca. 460 – 400 v.Chr.).

In de geschiedenis liep zo’n confrontatie bijna altijd slecht af. De VUB-hoogleraar internationale betrekkingen verwijst daarvoor naar een steeds groter wordende spanningsboog. Die spanning ziet hij op zeven verschillende vlakken.


1. Economie

Eén kamp heeft het economische leiderschap als inzet. Net zoals tijdens de Koude Oorlog gaat het om de superioriteit van de Amerikaanse economie, deze keer tegen het staatskapitalisme van China. Wat verschilt tegenover de Koude Oorlog, is dat de Amerikaanse economie vandaag opgezadeld zit met een grote schuld, dat de industrie minder sterk is en dat de Chinese economie in verhouding tot die van de Sovjets veel groter is. Voor China wordt het vooral een zaak de toegang te behouden tot belangrijke afzetmarkten, want zijn industrie overleeft niet zonder uitvoer. China zal ook in snel tempo de industrie productiever moeten maken.

2. Technologie

Dat brengt ons bij het kamp om de technologie. Ondanks euforie over Chinese artificiële intelligentie blijft China technologisch achterophinken. Het heeft enorme bedragen over om buitenlandse technologie te kopen of voor onderzoek, maar in vergelijking met de VS komt er relatief weinig uit. Het komende decennium zal uitwijzen of China de verwachtingen alsnog kan waarmaken. China staat sterk in de industrie, maar nog zwak in technologie; Amerika staat nog steeds sterker in de technologie maar is verzwakt in de industrie. Degene die dit als eerste in evenwicht brengt, verwerft een groot voordeel.

3. Eurazië

Een derde kamp is de strijd om Eurazië. China beseft goed dat het zijn nabuurschap te vriend moet houden of minstens moet voorkomen dat landen in de omtrek het Amerikaanse voorbeeld volgen. China heeft Azië en Europa ook nodig als afzetmarkt en bron van grondstoffen. Het voordeel van Peking is dat landen in het hart van Eurazië weinig alternatief hebben en dat zijn continentale as met Rusland voorlopig redelijk goed zit. De ultieme strijd zal dus vooral gaan om het randland, de maritieme buitenrand van Eurazië: over de invloed op het Koreaanse schiereiland, de eerste eilandenketen met daarin Taiwan, Zuidoost-Azië, Zuid-Azië, het Midden-Oosten en Europa. Europa, het mag duidelijk zijn, is in deze tweestrijd geen speler meer. De geschiedenis leert ons dat er geheid een conflict uitbreekt als de dominante mogendheid zich bedreigd voelt en de machtsbalans kantelt.

4. Maritiem

Een vierde kamp: de Euraziatische zee. Voor China en Rusland is Eurazië al langer één groot geopolitiek schaakbord. De zeeën rondom maken daar deel van uit. Het is hun erom te doen de Amerikaanse militaire slagkracht op een afstand te houden, en dat met zo weinig mogelijk financiële inspanningen, dus vooral met raketten, mijnen en elektronische oorlogvoering. Voorts zijn die wateren belangrijk voor grondstoffen, voor de maritieme handel en de zogenoemde second strike- capaciteit: het vermogen om na een eerste nucleaire aanval terug te slaan vanaf onderzeeboten. Tussen pakweg 2000 en 2010 hebben Rusland en China hun macht op het continent bestendigd. Tussen 2010 en 2020 hebben ze werk gemaakt van het terugduwen van de Amerikaanse militaire macht. Tussen 2020 en 2030 is de inzet het ‘insuleren’ van Eurazië: ervoor zorgen dat meer landen zich afkeren van de VS en dat de Amerikanen nog meer de toegang tot de landmassa ontzegd kan worden. Washington zal dat uiteraard proberen te verhinderen.

5. Digitaal

Een vijfde kamp betreft de ruimte en het internet. Wie in de voorbije eeuwen de oceanen en later de lucht overheerste, had grote economische en militaire voordelen. Vandaag komen daar twee nieuwe ‘sferen’ bij. Al enige tijd zoeken de Verenigde Staten en China de kwetsbaarheden van elkaars satellieten op. China beseft ook dat het met 5G een kans heeft om de Amerikaanse datadominantie te breken. Want wie de data controleert, controleert de economie en misschien wel voor een stuk de wereld.

6. Militair

Een zesde worsteling is de nucleaire afschrikking. In tegenstelling tot de Koude Oorlog gaat deze nucleaire wedloop niet om het aantal wapens, maar om hun doeltreffendheid en hun vermogen verdedigingssystemen te verschalken. Zowel China als de Verenigde Staten investeren miljarden in de modernisering van hun nucleaire wapens: het installeren van meerdere kernkoppen op hun raketten, het wendbaar maken van die kernkoppen, het hypersonisch maken van de wapens enzovoort. Tezelfdertijd staan alle bestaande wapenbeheersingsverdragen op springen.

7. Aanzien

We kunnen nog een zevende kamp toevoegen: de strijd om aanzien. Macht verspreidt zich het beste in een context van aanvaarding en legitimiteit, als het harde gepaard gaat met het zachte. Kleinere landen maken zich vandaag weinig illusies over de Amerikaanse en Chinese bedoelingen. Ze wantrouwen beide. Maar vaak volstaat het in de internationale politiek om de leiders van kleine landen te helpen de schijn hoog te houden om invloed te winnen. China doet dit meesterlijk. Denk maar aan de talrijke Europese landen die zich tegen beter weten in laten paaien met Chinese beloften over multilateralisme, economische hervormingen et cetera. Het verzwakt de weerstand en biedt China ruimte om de invloed te versterken. De onbesuisdheid van Donald Trump helpt de Chinezen in die verzuchting. Niets heeft China meer geholpen dan de arrogantie van Trump. Dat kan een fatale Amerikaanse dwaling zijn. De passage van Trump was cruciaal om de confrontatie met China aan te gaan, maar een gematigder figuur in het Witte Huis zou die strijd wellicht beheerster kunnen volhouden en landen ervan kunnen overtuigen hun aarzeling tussen Peking en Washington in te ruilen voor sterke allianties.

Bron: Jonathan Holslag, De grote tweestrijd, in: Knack, 20 mei 2020, pp. 72-75. Foto: Reuters.

Gepubliceerd door Stijn Vogels

Stijn Vogels, een erkende expert in geopolitieke en technologische trends, analyseert wereldgebeurtenissen sinds 2003. Met een geschiedenisdiploma van de Universiteit van Gent worden zijn inzichten gepubliceerd op zijn blog, Aardling, en sociale media platforms. Stijn heeft ook een wereldwijde schrijversgemeenschap opgezet gericht op internationale betrekkingen. Gekend voor "connecting the dots" tussen technologie en politiek, streeft hij ernaar 'goed te doen' door middel van zijn doordachte analyses en waardevolle perspectieven op onze snel veranderende wereld.