Dubbelzinnige titel. Je kan hem interpreteren vanuit twee standpunten: als gekwetste of als ‘boosdoener’. Meestal is het dat eerste wat me overkomt. Het tweede enkel zal eerder per ongeluk gebeuren. Iemand anders verdrietig maken is iets wat ik ten allen prijze wil vermijden. Maar andersom… Toeval wil dat ik net dit soort brief aan het schrijven was. Nog geen idee waar de boodschap precies naartoe zal gaan. Eerst werk ik een draft uit. Eens hij klaar is dan verstuur ik hem per post — er zit niet echt haast achter.
Kijk, een brief. Geen gewone. Wel een poging om m’n gevoelens en gedachten onder woorden te brengen. Je slaagde er altijd al in een woordenwaterval in me op te wekken.
In mijn ogen is begrip opbrengen voor een ander de basis voor iedere relatie, van vriendschap, van hoe we met elkaar omgaan. Daarom begrijp ik je. En ook weer niet.
Misschien gingen we te snel. Of lag er geen basis om echt mee te vertrekken. Of je was er gewoon nog niet klaar voor. Of… Dat het zo zou lopen, dat kon niemand weten.
Zouden ze echt zo radicaal verschillen, die gevoelens voor elkaar? Jezelf opdringen aan een ander is ontoelaatbaar. Maar ben je eerlijk met jezelf, of was het eerder angst om jezelf open te stellen? Want “je bent te lief” valt moeilijk te vatten.
Er zit momenteel niets anders op dan je keuze respecteren. Waar ik wel moeite mee heb is die steeds terugkerende vraag: waarom? Dit gevoel moet ik een plaats kunnen geven. We hadden het er kort over, dus je weet hoe belangrijk eerlijkheid voor me is.
You can live to be a hundred if you give up all the things that make you want to live to be a hundred.
Loslaten en vergeten?
Hij had verdorie gelijk, die Geoffrey Chaucer. “And thus does Fortune’s wheel turn treacherously. And out of happiness bring men to sorrow.” — The Canterbury Tales (14de eeuw)
Morgen deel veertien in deze reeks 30 dagen over mezelf: #14. Een foto van jezelf en jouw familie.