De voorbije dagen waren er in Tunesië grootschalige protesten tegen de hoge werkloosheid, corruptie, beperkte vrijheden en inflatie.
President Zine El Abidine Ben Ali is al sinds 1987 aan de macht. Dankzij het toerisme kende het land kende een relatieve welstand, al was dat voor de burgerbevolking niet altijd merkbaar. De staat houdt alles in de gaten. In Tunesië werkt 1 op de 100 inwoners voor de veiligheidsdiensten.
Mohammed Bouazizi
De protesten begonnen nadat student Mohammed Bouazizi zichzelf in brand stak uit protest tegen het in beslag nemen van zijn groentenkar. Hij overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De eerste demonstraties begonnen in Sidi Bouzid, Bouzazi’s woonplaats, en verspreidden doorheen het hele land.
Een avondklok werd ingesteld. De politie schoot zelfs met scherp naar de betogers. Ondanks het uiteenslaan van deze betogingen slaagde men er echter niet meer in om de volksopstand de kop in te drukken.
Machtswissel
Ondertussen is president Ben Ali gevlucht naar Malta, met hulp van Libië. Premier Mohamed Ghannouchi, een partijgenoot van de president, heeft voorlopig het politieke leiderschap overgenomen.
Hoe de situatie verder zal evolueren is nog onzeker. Op het live blog van The Guardian kan je de situatie van minuut tot minuut volgen.